Duurzaamheid wordt steeds belangrijker in de beroepspraktijk, niet alleen vanwege strengere (milieu)regels, maar ook door de groeiende maatschappelijke en economische focus op verantwoord ondernemen. Organisaties hebben professionals nodig die verder gaan dan enkel duurzaam handelen; zij moeten ook in staat zijn om kritisch te analyseren, kansen voor verduurzaming te identificeren en doordachte adviezen te geven die bijdragen aan een duurzame toekomst van een organisatie(onderdeel). In dit keuzedeel leert de beroepsbeoefenaar op niveau 4 hoe duurzaamheid verder te integreren in zowel het eigen handelen als in processen binnen een organisatie(onderdeel) of (productie)proces. Daarbij worden ook de verbetermogelijkheden of maatregelen binnen externe productieketens of sectoren meegenomen. De beroepsbeoefenaar onderzoekt mogelijke verbeterpunten in de hele keten, van grondstoffen tot recycling en dit ook (indien relevant) in een internationale context zodat verbeteringen aansluiten op de eisen van een steeds meer globaliserende beroepspraktijk. Ook bepaalt de beginnend beroepsbeoefenaar de impact van minstens één van de voorstellen voor de verbetering van duurzaam handelen van een organisatie(onderdeel) of (productie)proces. De beginnend beroepsbeoefenaar leert kansen voor verduurzaming te signaleren en hierover heldere en onderbouwde adviezen te formuleren. Hiermee wordt de beginnend beroepsbeoefenaar een belangrijke medewerker in het proces van verduurzaming van een organisatie(onderdeel) of (productie)proces. Dit versterkt niet alleen de waarde van de beginnend beroepsbeoefenaar binnen de beroepspraktijk, maar het biedt ook betere kansen op een duurzame carrière in een wereld waarin verantwoord ondernemen steeds belangrijker wordt.
Het keuzedeel 'Duurzaam handelen in de beroepspraktijk (voor niveau 4)' richt zich op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden om duurzaam handelen te onderzoeken en verbeteren op verschillende niveaus. De beginnend beroepsbeoefenaar onderzoekt persoonlijke gedragsverbeteringen op het gebied van duurzaam handelen in de beroepspraktijk (microniveau) en brengt het duurzaam handelen van (een onderdeel van) een organisatie in kaart (mesoniveau). Ook onderzoekt de beginnend beroepsbeoefenaar de verbetermogelijkheden of maatregelen voor verduurzaming van een (externe) productieketen of sector (macroniveau). Indien relevant, verzamelt de beroepsbeoefenaar gegevens in een internationale context. Op basis van de bevindingen formuleert de beginnend beroepsbeoefenaar een concreet en goed onderbouwd verbeterplan voor verduurzaming van een organisatie(onderdeel) of (productie)proces. Hierbij worden zowel verbeterpunten in het eigen handelen als verduurzamingskansen in externe productieketens of sectoren meegenomen. Naast het onderzoeken van mogelijke verbeteringen op verschillende niveaus, leert de beginnend beroepsbeoefenaar de impact te bepalen van in ieder geval één van de voorgestelde verbeteringen, waarbij zowel directe als indirecte gevolgen inzichtelijk worden gemaakt en de haalbaarheid wordt aangegeven. De beginnend beroepsbeoefenaar presenteert het verbetervoorstel en draagt zo bij aan een de verduurzaming van de beroepspraktijk.