Kennis van wiskunde, natuurkunde en mechanica is noodzakelijk in alle technische beroepen. De beginnend beroepsbeoefenaar kan met dit keuzedeel in complexe situaties, waarbij het bestek geen uitsluitsel geeft, beter keuzes maken in materiaal en constructie. Het risico op fouten bij zijn werkzaamheden wordt verkleind doordat hij tijdig problemen kan signaleren en/of oplossen. Het keuzedeel vergroot tevens de doorstroommogelijkheden naar een opleiding op een hoger niveau, zoals de niveau 4-opleiding Uitvoerder, omdat de student kennis heeft gemaakt met concepten die op hogere niveaus vereist zijn.
Dit keuzedeel betreft de kennis van wiskunde, natuurkunde en mechanica in de bouwcontext. Het gaat om kennis en vaardigheden die de beginnend beroepsbeoefenaar nodig heeft om bouwmaterialen effectief toe te passen, gegevens te controleren op juistheid, mee te denken over constructies, problemen te signaleren en oplossingen te vinden voor het bouwen van complexere structuren. Voorbeelden van werkzaamheden waarbij de beginnend beroepsbeoefenaar de stof van dit keuzedeel kan toepassen zijn: bepalen of een draagconstructie draagkrachtig genoeg is en bepalen of constructies goed zijn uitgezet.