Het is noodzakelijk dat beroepsbeoefenaren en organisaties samenwerken om de wereld leefbaar te houden. Organisaties moeten bovendien steeds vaker voldoen aan strengere (milieu)regels. Daarom hebben ze mensen nodig die weten hoe ze duurzaam kunnen werken. Dit betekent bijvoorbeeld milieuvriendelijke materialen gebruiken, energie besparen en bewust omgaan met reststoffen. Maar het gaat ook om zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Om duurzamer te werken, is het belangrijk om systematisch te denken (ketendenken). Hierbij wordt de hele keten van een proces of product bekeken: van grondstoffen tot afval en recycling. In veel organisaties wordt hier nog te weinig aandacht aan besteed. In dit keuzedeel leert de beginnend beroepsbeoefenaar wel op deze manier naar processen en organisatie(onderdelen) te kijken. De beroepsbeoefenaar leert in dit keuzedeel niet alleen om zelf duurzamer te werken, maar ook om de duurzaamheid van een organisatie(onderdeel) of een (productie)proces te bekijken. Daarnaast leert die om ideeën voor verbeteringen te geven om de beroepspraktijk duurzamer te maken. Met deze kennis en vaardigheden wordt de beginnend beroepsbeoefenaar waardevoller voor een organisatie en krijgt die een sterkere positie op de arbeidsmarkt.
Het keuzedeel 'Duurzaam handelen in de beroepspraktijk (voor niveau 2)' richt zich op het begrijpen en bedenken van manieren om duurzamer te handelen in de beroepspraktijk. In het keuzedeel leert de beginnend beroepsbeoefenaar hoe die diens eigen duurzaam handelen kan onderzoeken en verbeteren (microniveau) en hoe die de duurzaamheid binnen kernactiviteiten van een organisatie(onderdeel) of een (deel van een productie)proces kan onderzoeken om voorstellen te doen om dit duurzamer te maken (mesoniveau). Hierbij leert de beroepsbeoefenaar systematisch en kritisch te kijken naar de hele keten (ketendenken): van grondstoffen tot afval en recycling. De beginnend beroepsbeoefenaar stelt op basis van deze inzichten eenvoudige verbetervoorstellen op.