Mediasystemengineering

  • K0532
  • 240
  • 19-07-2016

Onderbouwing mbo-certificaat

Dit keuzedeel geeft beroepsbeoefenaars in de sector ICT en de AV-sector de mogelijkheid om te verbreden in elkaars vakgebied. De specifieke aspecten van een media (audiovisuele) infrastructuur en de technologische ontwikkeling daarbinnen geven meerwaarde aan dit mbo-certificaat. Het vult een marktbehoefte en sluit aan bij de ontwikkelingen in de AV sector.

Relevantie

Dit keuzedeel biedt beginnend beroepsbeoefenaars in de sector ICT de mogelijkheid om te verbreden naar de AV-wereld. In de AV-wereld speelt door digitalisering ICT ook een steeds grotere rol. Het begrip dat een standaard ICT omgeving anders functioneert dan een Media infrastructuur is erg belangrijk. Een beginnend ICT-er die begrijpt hoe media specifieke apparatuur geïnstalleerd en geconfigureerd moet worden, waarbij keuzes gemaakt worden op basis van het output formaat, heeft een voorsprong. Het engineren van een postproductie of liveproductie omgeving behoeft specialistische kennis en vaardigheden. Met dit keuzedeel vergroten beginnend beroepsbeoefenaars hun kansen op de arbeidsmarkt. Bedrijven gericht op het maken van mediaproducten, liveproducties hebben behoefte aan ICT medewerkers met AV kennis en vaardigheden. Veel bedrijven zien een tekort aan ICT-ers met AV kennis die het werk en bijkomende vraagstukken binnen deze sector begrijpen.

Beschrijving

De beginnend beroepsbeoefenaar weet welke apparatuur in de AV wereld gebruikt wordt in welke situaties, wat nodig is om deze te koppelen en te installeren en wat nodig is om problemen op te lossen. Hij begrijpt dat media andere denkwijzen heeft om tot resultaat te komen. Een live-uitzending kan niet op zwart gezet worden bijvoorbeeld. Hij moet weten hoe dit voorkomen kan worden en wat mogelijk is om dit op te lossen. De beginnend beroepsbeoefenaar bouwt een productie omgeving en weet welke ICT vraagstukken daarbij aan de orde komen. Hij maakt een vertaling van de klantbehoefte naar een oplossing en kiest daarbij de juiste apparatuur. Hij maakt hierbij gebruik van kennis op het gebied van opslag, bestandsformaten, containers, compressietechnieken, bitrates, framerates, profielen, resoluties en codec's.